Vertrekkend Kamerlid Kwint: ‘Cultuur stond te ver af van de politiek’
In zijn jaren als cultuurwoordvoerder merkte SP-Kamerlid Peter Kwint op dat er voor de culturele en creatieve sector nog veel terrein te winnen is. De Creatieve Coalitie sprak met hem. We blikten terug op zijn inspanningen voor het cultuurdossier de afgelopen jaren, hadden het over hoe hij kijkt naar de houding van de politiek tegenover cultuur en hoorden wat hij wil meegeven aan werkenden in de culturele en creatieve sector.
26 september 2023, Den Haag
Wat is de reden dat je cultuurwoordvoerder bent geworden?
‘Ik vind het belangrijk dat we cultuur toegankelijk houden voor alle lagen van de bevolking. We hebben zoveel wat de moeite van het beleven waard is, dat het zonde is als dat maar gezien wordt door een kleine groep mensen. Het is belangrijk dat iedereen toegang heeft tot cultuur, om iets te kunnen ontdekken wat je aanspreekt en voor jou tot de verbeelding spreekt. Ook voor de toekomst van de sector is het belangrijk om mensen van alle leeftijden en met een brede sociaaleconomische achtergrond aan je te binden. Niet alleen mensen die bij hun geboorte al een museumjaarkaart kregen, zeg maar.’
‘Bij een toegankelijke sector hoort ook dat we creatieve makers de ruimte bieden om al dat moois te blijven creëren, en dus dat zij een fatsoenlijk inkomen hebben. Al die jaren heb ik het mooi gevonden om daarvoor te strijden.’
Wat is het mooiste dat jij de afgelopen jaren voor elkaar hebt gekregen voor de culturele en creatieve sector?
‘Ik ben heel lang bezig geweest om iets te doen aan de woekerhandel die plaatsvindt bij de doorverkoop van toegangskaarten voor culturele of sportevenementen. We hebben voor elkaar gekregen dat er twee keer een grote Kamermeerderheid is geweest die heeft gezegd dat hier een wet voor moet komen. In het najaar gaan we zien of dat gelukt is, want die wet is er nog steeds niet.’
‘Verder hebben we een aantal initiatieven kunnen redden uit het Fonds Cultuurparticipatie, voor amateurkunst en kunst gemaakt door jongeren. Het is gelukt om die initiatieven overeind te houden, terwijl ze hun subsidie kwijt dreigden te raken. En in brede zin hebben we veel ingezet op eerlijke tarieven, zoals minimumtarieven voor fotografen. Daarin hebben we stappen gemaakt.’
Hoe wordt er op dit moment naar cultuur gekeken door de politiek?
‘Toen ik Kamerlid werd, begonnen we met praten over fair practise en eerlijke betaling. Dat is zo ongeveer het station waar we nu nog steeds zijn. We zijn wel verder met praten, maar goede genade wat duurt het lang. Ondertussen zijn er gewoon mensen die niet kunnen rondkomen van hun werk. Als je over de hele sector kijkt, dan is de inkomenspositie van makers de afgelopen vijf jaar niet substantieel verbetert.’
Over een paar maanden ga jij de Kamer uit. Heb je er vertrouwen in hoe de strijd voor een goede arbeidsmarkt voor makers dan wordt voortgezet?
‘Het zou getuigen van een hele grote zelfoverschatting als ik zou denken dat die strijd alleen van mij afhankelijk is. Dat was het de afgelopen jaren ook niet.’
Misschien heb je er nu ook geen vertrouwen in?
‘Jawel. Ik denk dat er echt iets veranderd is in de discussie. Het besef dat die arbeidsmarkt nu echt verrot is en dat daar iets aan moet gebeuren, is heel breed gedeeld. Een paar jaar geleden heerste nog een heel sterk sentiment dat je het wel niet goed zou doen als je geen geld verdient. Heel veel subsidie ging vooral naar instellingen en minder naar makers zelf. Het idee dat cultuur begint bij degene die het maakt, is nu meer gemeengoed. Er is ook veel in gang gezet met de ketentafels om te kijken wat er nodig is om eerlijke betaling te realiseren. Ik mag hopen dat daar stappen in gezet gaan worden.’
Dat klinkt alsof je de toekomst voor makers rooskleurig inziet.
‘We hebben al jaren een model dat op de uitbuiting van makers gebouwd is. Maar in bredere zin denk ik dat ook partijen zonder hele vooruitstrevende visie op cultuur het besef hebben dat werkenden in de cultuur een eerlijke beloning verdienen. Ik ben daar wel enigszins positief over.’
‘Met de nadruk op enigszins. Als ik partijen hoor over de noodzaak om te bezuinigingen de komende periode, dan hangen er weer donkere wolken boven de culturele sector. Het verleden heeft bewezen dat als er wordt bezuinigd, cultuur zelden wordt overgeslagen. Als dat gebeurt, heb je een levensgroot probleem, omdat iedereen ziet dat er meer geld bij moet als je eerlijke betaling wil realiseren.’
Stel dat jij de staatssecretaris mag opvolgen de komende vier jaar, wat zou je dan doen?
‘Ja, dan komt het natuurlijk helemaal goed [lacht]. Ik heb aan het begin tegen staatssecretaris Uslu gezegd van dat ze zich moet focussen op de eerlijke betaling van makers. Als je na vier jaar weggaat en je hebt niks gedaan voor cultuur, behalve eerlijke betaling gerealiseerd, dan heb je heel veel gedaan voor cultuur. Dan heb je iets doorbroken, wat al decennia de norm is.’
‘Ik zou me inzetten op het bereiken van mensen die cultuur moeilijk weten te vinden en verder zou ik me vol inzetten op eerlijke betaling als nieuwe norm, in plaats van als toevallige uitzondering hier en daar. Dat is voor de lange termijn de belangrijkste manier om de sector te versterken, dat je er gewoon van kunt leven als je een baan hebt.’
Wat vind jij dat de rol van de overheid daarin is?
‘Ik vind dat de overheid een deel moet betalen. Daarnaast moet de overheid bij opdrachtgevers afdwingen dat eerlijke betaling de norm wordt, door te zeggen dat het een voorwaarde is voor subsidie. Ik vrees namelijk dat er mensen zijn die hun vak nou eenmaal zo vreselijk leuk vinden dat ze het ook voor een appel en een ei, of een kratje bier en gevulde koek zouden doen. Soms moet je mensen daartegen in bescherming nemen. Niemand verwacht dat je voor het allereerste wat je doet de hoofdprijs gaat ontvangen, maar het is nu omgekeerd dat mensen na jaren ervaring nog steeds slecht betaald worden. Ze moeten het doen met beloftes over exposure en de volgende opdrachtgever die heus meer zal betalen. Dat moet je doorbreken en misschien zelfs als dat betekent dat je dan iets minder gaat optreden.’
Tot slot, welke boodschap wil je meegeven aan werkenden in de culturele en creatieve sector?
‘Ik denk dat de sector in het verleden te ver van de politiek afstond. De sector moet tussen de oren van politici krijgen wat een verschil het maakt in de levens van alledag van heel veel mensen dat er zoveel moois is om van te genieten. Die stap wordt vaak als een gegeven beschouwd voor mensen die zelf in de sector werken, waardoor deze uitleg soms ontbreekt voor de politici voor wie dit minder van vanzelfsprekend is. Spreek je uit en laat zien dat er veel mensen genieten van al het moois dat er gemaakt wordt, en hoeveel dat betekent in de levens van een hoop mensen.’
Peter Kwint
Sinds 2017 zit Peter Kwint in de Tweede Kamer, waar hij namens de Socialistische Partij woordvoerder cultuur is. Met collega-Kamerleden, die net als hij houden van harde muziek, vormt Peter de ‘gitarencoalitie’. Binnenkort zullen zij nieuwe leden moeten werven, want Peter Kwint is in November niet opnieuw verkiesbaar. In aanloop naar zijn vertrek uit de Kamer, sprak de Creatieve Coalitie met hem over wat hij afgelopen jaren bereikte, hoe de politiek naar cultuur kijkt en hoorden wat hij wil meegeven aan werkenden in de culturele en creatieve sector.